Gezinstherapie

Binnen de gezinstherapie zijn verschillende fasen. In de eerste fase gebruiken we het BOAM-systeem om tot inzicht in de oorzaak van de (verschillende) problemen te komen. Aan de hand van de visuele BOAM-modellen, maken alle gezinsleden een “Zelfdiagnose”. Bij jonge kinderen, maken de ouders een “inlevingsdiagnose” voor hun kind. Op basis daarvan, komen we tot een “Dynamiek-diagnose” van het gezin.

De modellen werken ontschuldigend. De gelijkwaardigheid van alle gezinsleden werkt verbindend. Iedereen komt samen tot dezelfde inzichten. Het gezin ontwikkelt functionele taal om de problemen te kunnen bespreken.

De visuele BOAM-modellen versimpelen (zelfs de meest) ingewikkelde problemen. Dit doen ze, door het verschil tussen oorzaak en gevolg en het verschil tussen behoefte en gedrag inzichtelijk te maken. Hierdoor kan meestal snel de praktische fase aanbreken.

BOAM-diagnoses verklaren de problemen en het gedrag. Terwijl DSM-diagnoses, enkel het gedrag beschrijven dat als gevolg van het probleem ontstaat. De BOAM-diagnoses leiden daardoor tot meer Zelfkennis en Inlevingsvermogen dan, eventueel door professionals gestelde, DSM-diagnoses. Zelfkennis en Inlevingsvermogen, geven een optimale basis voor de praktische fase, waardoor de adviezen en handvatten meer haalbaar en effectief worden.

Bij relatieproblemen tussen ouders onderling en/of ouders met pubers, gebruiken we als praktisch instrument, eventueel de Uit&Check-methode om de relaties en communicatie te verbeteren.


Plan een gratis intake

Wil je deze aanpak proberen? Kom naar Amsterdam of we spreken online af.

d.truijens@boam.eu

+31 (0)6 40023435